10 tips voor een gesprek over drugs

1. Durf erover praten. Best open en vooral rustig.
Natuurlijk is dit niet gemakkelijk! Want het is begrijpelijk dat je, wanneer je vermoedt of ontdekt dat één van je kinderen experimenteert met drugs, overspoeld wordt door woede, angst, frustratie, verdriet,... Met roepen, verwijten en dreigementen riskeer je de situatie alleen maar erger te maken dan ze is. Probeer eerst zelf tot rust te komen, alvorens je zo'n belangrijk gesprek aanvat. Denk na hoe je bijvoorbeeld zou reageren moest je kind regelmatig stomdronken thuis komen? Door erover te praten help je als ouder een mening te vormen, juiste info te vergaren en sterker te staan tegenover de druk van anderen.

2. Druk eerst en vooral je bezorgdheid uit
Uiteraard ben je bezorgd! Het zijn immers jouw kinderen en je wil niets anders dan het beste voor hen. Uiteraard hebben je kinderen er weinig aan dat je bezorgd bent voor bijvoorbeeld de goede naam van de familie. Leg hen rustig uit hoe jij je voelt. Misschien heb je angst dat ze verslaafd raken.
Geef jezelf niet de schuld. Als jongeren met drank of drugs experimenteren of in de problemen komen, ligt dit zelden aan de opvoeding alleen.

3. Verwoord concrete signalen
Het is niet gemakkelijk om met 100% zekerheid te weten te komen of een jongere nu al dan niet gebruikt. Indien je het vertrouwen van je kind niet wil verliezen, is het van het grootste belang om niet ongevraagd en achter de rug zijn/haar kamer uit te vlooien op zoek naar sporen. Laat staan een urinetest te eisen! Veel belangrijker is het om concrete signalen te verwoorden. Bijvoorbeeld slechte schoolresultaten, verminderde interesses in hobby's, afspraken niet nakomen, weinig thuis,...

4. (Ver)oordeel niet op voorhand
Veroordeel nooit je kind, maar eventueel wel zijn/haar gedrag. Als een jongere weet dat zijn/haar gedrag niet op voorhand veroordeeld zal worden, is er meer kans dat er een open gesprek kan volgen. Het is altijd mogelijk dat die slechte schoolresultaten en die rode oogjes meer met een liefdeshistorie dan wel met drugs te maken hebben.

5. Luister ernstig naar zijn/haar visie
Hoe moeilijk het ook is om eerst te luisteren - je wil immers adviezen geven, straffen uitspreken, je emoties de vrije loop laten - geef je kind eerst de kans om zijn/haar verhaal te brengen. Voor opgroeiende jongeren is het belangrijk dat ze een eigen mening mogen hebben. Jongeren die "neen" zeggen tegen drugs, hebben ook in andere situaties "neen" mogen en durven zeggen. Ook tegen hun ouders. Wie gestimuleerd wordt om zelfstandige keuzes te maken en duidelijk zijn mening te kennen mag en durft geven, zal minder snel in de problemen geraken met drugs.
Open staan voor de mening van je kind wil uiteraard niet automatisch zeggen dat je zijn/haar gedrag ook goedkeurt. Die openheid kan er wel voor zorgen dat je kind ook meer open staat voor jouw advies.

6. Stel open vragen
Open vragen zijn vragen waar je niet met "ja" of "neen" kan op antwoorden. Deze vragen beginnen met de woorden hoe, waar, wanneer, wie,... en vooral waarom? Als je zo goed als zeker bent dat er drugs in het spel zijn is: "Je hebt weer drugs gebruikt, zeker?" geen ideale vraag. Beter is het om bijvoorbeeld te vragen wat hij/zij zelf van vindt van het gebruik hoe hij/zij zich erbij voelt en hoe hij/zij denkt dat het nu verder moet.

7. Praat niet alleen over de risico's
Informeer je op voorhand, zodat je het met je kind over beide kanten van de drugsmedaille kan hebben. Op het eerste zicht kunnen drugs leuk zijn, maar houden heel wat risico's in. Jongeren hebben niet altijd een objectief beeld van de voor- en nadelen van druggebruik. Via vrienden horen ze meestal alleen hoe leuk drugs wel zijn. Help je kind om een verantwoorde keuze te maken door samen te zoeken. Wat is verantwoord? Waar liggen de grenzen? Wat zijn de verantwoordelijkheden?

8. Vraag naar motieven
Probeer te weten te komen waarom je kind experimenteert. Is het gewoon uit nieuwsgierigheid? Of probeert hij/zij via (il)legale drugs problemen of verveling aan te pakken? Gebruikt hij/zij alleen omdat "iedereen het doet" en eigenlijk niet durft te weigeren? Gaat het met andere woorden om "normaal" afwijkend puberaal gedrag (nieuwsgierigheid, stoer doen, kicks zoeken, "cool" zijn,...) of is er iets meer aan de hand?

9. Maak verschil tussen gebruik en misbruik
Panikeer ook niet te snel: veel jongeren experimenteren met wiet, slechts een minderheid raakt er zwaar mee in de problemen. Meestal omdat hun druggebruik slechts een symptoom is van een onderliggend probleem waar ze niet mee omkunnen (bijv. pesten, ruzies, scheiding, verdriet, verveling, schoolmoeheid,...).
Net als bij legale drugs (bijv. alcohol), zijn er ook mensen die af en toe illegale drugs gebruiken (bijv. cannabis), zonder er ooit mee in de problemen te komen. Denk eraan dat je als ouder een voorbeeldfunctie hebt. Hoe ga je zelf om met conflicten, tegenslagen, gevoelens,...? Hoe ga je zelf om met alcohol, tabak en medicatie?
Probeer te weten te komen waar en wanneer je kind gebruikt. Er is een groot verschil tussen smoren tijdens het weekend of smoren tijdens de middagpauze. Hier gelden gelijkaardige gebruiksregels als voor alcohol.

10. Maak samen duidelijke afspraken en stel grenzen
Probeer afsluitend samen duidelijke afspraken te maken waarin beide partijen zich in kunnen vinden. Het helpt jongeren te weten waar de grenzen liggen en wat de concrete gevolgen zijn bij overtreding van de regels.

En als je er niet uit geraakt: ZOEK HULP. Je hebt niet gefaald als ouder als het fout loopt. Het is niet nodig om je schuldig te voelen of je te schamen.